Soms doen marketeers hun werk te goed. In deze maanden van wereldwijde zomervakanties stromen verre stranden en steden, maar ook pittoreske dorpjes weer vol met toeristen uit alle windstreken. Bewoners van de ‘getroffen’ streken klagen steen en been. Toeristen die een bezoekje aan Venetië willen brengen, moeten voortaan entreegeld betalen. Dit doet de stad om overtoerisme – wat een woord! – tegen te gaan. Ook in Frankrijk loopt het de spuigaten uit zoals in de badplaats Groix in Bretagne. Een van de gefrustreerde inwoners: ‘Omdat er geen toiletten zijn, poepen ze overal, de paden door de natuurgebieden zijn bezaaid met wc-papier en tissues. Ze gebruiken zelfs een hunebed als toilet.’ Genoeg content dus om anti-marketing voor vakantie te creëren. Kijk voor meer overtuigend bewijs ook even de TikTok-video’s over het Griekse eiland Santorini…

Toerisme is een plaag aan het worden. Een fenomeen dat juist anti-marketing nodig heeft. Waar is de tijd gebleven dat je nog een strandje voor jezelf had, met een idyllisch gelegen B&B, weggedoken in ongerept groen en waarvan je het adres angstvallig voor iedereen thuis geheim hield? Dat soort locaties zijn inmiddels ook al ingepikt door de ongebreidelde hordes toeristen. Want laat je niks wijsmaken door de ronkende content op de reissites. Nergens is iets meer exclusief, nergens is meer rust en stilte.

Marketing vermag veel, zo blijkt. Het brengt mensen massaal op de been, in auto’s en vliegtuigen, in trein en camper. Wat te doen? Marketeers liggen nu zelf ook op het strand, beklimmen een berg, lopen een trail in de Rocky Mountains of fietsen de Mont Ventoux op. Een mooi moment voor reflectie, hoe voorkomen we dat landen en steden nog meer gaan zuchten onder het juk van wereldwijd toerisme? Entreegelden van 5 euro zetten natuurlijk geen zoden aan de dijk. Dat moet veel en veel duurder! Toerisme is een schaars goed geworden. Hoe was jouw anti-marketing vakantie?

Over de auteur

Dit artikel is eigendom van marketingfacts.

Marketingfacts